interessant.in / Utrecht

  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
Fort bij Rijnauwen

Fort bij Rijnauwen

Een van de grootste en mooiste forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Volg een rondleiding om dit pareltje te ontdekken.

De Nieuwe Hollandse Waterline is een historische verdedigingslinie uit 1815, die uniek genoemd mag worden. De totale lengte van de Waterlinie bedraagt 85 kilometer. De linie bestaat uit circa vijftig forten en vijf vestingsteden: Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem.

Rond Utrecht vind je een flink aantal forten en verdedigingswerken terug. Het Fort bij Rijnauwen was voor de toenmalige koning Willem I een paradepaardje. De afwerking is dan ook bijzonder verzorgd en gedetailleerd. Omdat het Fort alleen door middel van rondleidingen en evenementen toegankelijk is, heerst hier rust - ook voor de natuur, die zich hier op bijzondere wijze kon ontwikkelen.

 

 

De Boothstraat

De Boothstraat

Zo'n straat waar je bijna nooit komt als je er niet moet zijn: de Boothstraat vertelt nogal wat geschiedenis.

De Boothstraat draagt de naam van Cornelis Booth, burgemeester van Utrecht van 1656 tot 1658. Van zijn hand kwam het idee om Utrecht gezonder te maken door betere ventilatie op stedenbouwkundig niveau: Utrecht moest droger worden en meer doortochten om epidemieën van cholera en andere besmettingsziekten te voorkomen. Om die specifieke reden werd de Boothstraat aangelegd als verbinding tussen de Voorstraat en het Janskerkhof.

Beetshuis

Booth verhuisde naar het pand dat nu Boothstraat 6 is. Interessant is dat toen hij het huis kocht, de entree nog aan de kant van het Janskerkhof lag. Hij liet het pand ingrijpend verbouwen zodat de nieuwe ingang aan de Boothstraat kwam te liggen. De ondertussen wat in de vergetelheid geraakte dichter en predikant Nicolaas Beets woonde ook in dit pand, dat nu dan ook als Beetshuis bekend staat. Dit feit is nog terug te vinden op het protserige ornament op de gevel van het pand.

Dankzij de Reformatie?

Voor de Reformatie was het gebied ten noorden van het Janskerkhof onderdeel van de "Immuniteit van Sint Jan". De Reformatie maakte hier een einde aan en zo kon onder meer deze Boothstraat dus worden aangelegd.

 

 

De stadsmuren

De stadsmuren

Helaas, de stadsmuren zijn grotendeels gesloopt. Maar op meer dan een plaats kun je ze nog deels bewonderen!

Toen Utrecht stadsrechten kreeg (in 1122) begon het stadsbestuur voortvarend met de bouw van een stadsmuur, die indringers buiten zou moeten houden. Deze stadsmuur bevond zich aan de stadszijde van de singels, die rond de toenmalige stad lopen.

Voortdurende ontwikkeling

De stadsmuren bestonden aanvankelijk uit een muur met bogen en daabovenop de zogenaamde weergang, van waar verdedigers de aanvallers in het vizier konden nemen. De uitvinding van het buskruit zorgde ervoor dat de muren in de zestiende eeuw aangepast moesten worden. Door middel van een aarden wal aan de binnenzijde van de muur waren ze nu bestand tegen beschietingen.

Nog weer later werden stenen bastions en grote aarden bolwerken aangelegd.

Het einde van de stadsmuren

De aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (1821 - 1824) maakte de stadsmuren overbodig, waarna de stadsvaders besloten dat het gebied van de muren moest worden omgevormd naar groene zones. Landschapsarchitect Zocher nam deze klus op zich en schroomde daarbij niet om alle overblijfselen van de muren te verwijderen. Maar op enkele plaatsen in Utrecht vind je een restant terug. Het meest zichtbare deel tref je aan net ten zuiden van de Lucasbrug en het Lucasbolwerk.

Het bunkerpad

Het bunkerpad

Je fietst Utrecht uit richting Bunnik en ziet ineens betonnen kolossen in het weiland. Wat doen die bunkers hier?

Wanneer zijn ze gebouwd? En naar welke kant zijn ze nu eigenlijk gericht, ofwel: tegen welke vijand bedoeld?

Eerste Wereldoorlog

De bunkers die je ten oosten van Utrecht aantreft zijn niet, zoals veel mensen denken, een overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog, maar uit de Eerste. Nederland was in die oorlog weliswaar neutraal, maar vanzelfsprekend was het Nederlandse leger wel bezig verdedigingslinies te versterken en verbeteren, in het geval de Duitsers onze neutraliteit zouden schenden.

Loopgraven en bunkers

In eerste instantie werd deze verdedigingslinie, waar nu de bunkers staan, gevormd door loopgraven. Daarvan zijn nu geen sporen meer te vinden. Maar dat is ook niet verbazend in dit laaggelegen gebied rond de Kromme Rijn. Met de toen nieuwe technologie van gewapend beton bouwde men hier nu bunkers - in dit geval van het type 1916-I.

Tweede Wereldoorlog

De bunkers werden in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog opnieuw in gebruik genomen en nog verder verbeterd; voor een deel werden ze omgebouwd tot kazematten (geschutsposities).

Het Bunkerpad

Je vindt het Bunkerpad langs de N411 (de provinciale weg naar Bunnik, daar waar het fietspad van de rechter naar de linker zijde van de weg oversteekt. Dit is ter hoogte van restaurant Vroeg. Het Bunkerpad loopt dwars door een weiland, dus laat je niet verrassen door de koeien en hun vlaaien!

 

Gebruikt

De Vaartsche Rijn

De Vaartsche Rijn

Een wandeltocht langs een historische waterweg: de Vaartsche Rijn moest de Utrechtse handel weer aanjagen.

Ooit stroomde de rivier de Rijn door Utrecht (ongeveer via de huidige Kromme Rijn en Leidse Rijn). Dat was mede reden voor de Romeinen om hier een castellum te bouwen. Toen men in 1122 de Rijn bij Wijk bij Duurstede afdamde en de Rijn zo in zijn huidige rivierbed belandde, had dat nadelige gevolgen voor Utrecht. De handel dreigde op te drogen.

Daarom werd in 1127 een nieuw kanaal gegraven (de Vaartsche Rijn) en begon men met de aanleg van de Oudegracht (die toen natuurlijk nog niet zo heette). De Vaarsche Rijn werd, in tegenstelling tot de Kromme Rijn, ook wel de Rechte Rijn genoemd.De Vaartsche Rijn is een van de oudste kanalen van Nederland.

Het oudste deel van de Vaarsche Rijn loopt van het Ledig Erf tot de Liesbosch, net ten zuiden van de A12. Later werd de Vaartsche Rijn doorgetrokken zodat de aansluiting gemaakt kon worden met de Hollandse IJssel, die op zijn beurt weer een open verbinding had met de Lek.

De industrie van de negentiende en twintigste eeuw van Utrecht vond je vanwege de goede bereikbaarheid terug aan waterwegen, en dus ook aan de oevers van de Vaartsche Rijn, en met name aan de oostkant.

Een wandeling vanaf het Ledig Erf brengt je via Ooster- of Westerkade bij de Jutfaseweg. Wandel verder naar het zuiden en zie de grote diversiteit aan bebouwing aan de overkant. Van nieuwbouw (De Trip starterswoningen) tot watertoren, van industriehal tot bijzondere woonhuizen: je vindt het allemaal. Een flink aantal gebouwen is tot gemeentelijk monument verklaard.

Het gebied waar de Vaartsche Rijn aansluit op het Merwedekanaal, kun je het best van de oostkant bekijken. Steek daarom, bij de Socrateslaan aangekomen, over en volg het Salamanderpad tot aan de Neerlandia, zo'n oude industrie waarvan de voorgevel is behouden. 

 

 

Villa Lievendaal

Villa Lievendaal

Half verborgen op de heuvel bij het Lepelenburg vind je villa Lievendaal, de enige villa binnen de singels.

Het kan zo maar zijn dat je er al -tig keer aan voorbijgefietst bent. En dat je nooit de tijd genomen hebt om uit te zoeken wat de geschiedenis van deze fraaie villa is.

De stadsmuren gesloopt

Dankzij het werk van landschapsarchitect J.D. Zocher jr werden eind negentiende eeuw de Utrechtse stadsmuren en bolwerken gesloopt en werden de parken langs de singels aangelegd. Er zijn nog maar een enkele plaats waar je de stadsmuren kunt bewonderen: een stuk naar het noorden van deze locatie. De heuvel, waarop villa Lievendaal staat, is opgebouwd uit (onder meer) het puin van deze stadsmuren en bolwerken. Zocher zorgde ervoor dat villa en heuvel een geheel met het plantsoen van Lepelenburg vormden.

Huize Lievendaal

In de 18e eeuw stond ongeveer op deze plaats Huize Lievendaal op de stadswal. Na het slopen van de stadsmuren werd de nieuwe villa gebouwd. De opdrachtgever was G. Reede. Of de villa al direct de naam van Lievendaal overnam, vermeldt de geschiedenis niet. Het lemma over villa Lievendaal in Wikipedia suggereert dat de reden van de aanleg van de villa op een heuvel was om de armoede van de nabijgelegen armenhuisjes van de Bruntskameren aan het gezicht te onttrekken.

Koninklijke bewoonster

Tijdens haar studententijd woonde hier Prinses Irene van Oranje. Een passende accomodatie voor een Koninklijke student!

 

 

De witte arend

De witte arend

Dit woonhuis aan de Lichtegaard stamt uit de 17e eeuw en heeft een karakteristieke trapgevel.

Dit fraaie rijksmonument krijgt veel minder aandacht dan het verdient. En dat komt dan door de locatie. Het fraaie zicht op de Oudegracht, de Vismarkt en bovenal de Domtoren zorgt ervoor dat je gemakkelijk aan dit fraaie woonhuis voorbijloopt. Niet doen!

Volgens het fonds Utrechtse geveltekens herinnert de steen met de frontaal geplaatste, naar links kijkende vogel, aan een vroeger hier gevestigde herberg. De Rijksmonumentendienst beschrijft het huis als een pand met trapgevel met natuurstenen blokken in vensterbogen, leeuwenmaskers gerestaureerd. Helaas is er verder niet veel bekend over de historie van dit pand. Desondanks de moeite waard om even bij stil te staan.

Botanische Tuinen

Botanische Tuinen

Het jaarthema van de Botanische Tuinen is Biomimicry: leentjebuur bij de natuur. Start: 1 april!

Jaarthema

Processen in de natuur hebben miljarden jaren de tijd gehad om zich te ontwikkelen en alleen wat werkt blijft uiteindelijk bestaan. Bovendien gaat de natuur zuinig om met energie en grondstoffen. Daar kunnen we heel wat van leren! En dat is precies waar biomimicry om draait, leren van de natuur. Van 1 april tot 1 december kunt u zich in de Botanische Tuinen Utrecht laten inspireren door deze fascinerende nieuwe tak van wetenschap. Het jaarthema bestaat uit een tentoonstelling, een bordenwandeling en de kinderspeurtocht ‘Afkijken bij Bollebozen’.

Onderdeel van de Universiteit Utrecht

De Botanische Tuinen gaan terug tot 1639; toen werd de eerste hortus aangelegd op bolwerk Sonnenborgh (nu Museum en Sterrenwacht). De tuinen zijn diverse keren verhuisd en liggen nu op en rondom Fort Hoofddijk in het Utrecht Sciencepark (De Uithof). De Tuinen waren aanvankelijk primair gericht op onderzoek en onderwijs, maar geleidelijk zijn de publieke functie en natuurberscherming steeds belangrijker geworden. En daarom kun je er nu genieten van de schoonheid van de natuur.

Verschillende tuinen

Je vindt hier een zestal verschillende tuinen, die ieder een aantal eigen biotopen herbergen: de Rotstuin (een van de grootste van Europa), de Systeemtuin, de subtropische kassen, het Buitenfort, de Thematuin en de Diertjestuin. Waar men door middel van veel verzorging en onderhoud de diversiteit in de overige tuinen realiseert, gebeurt dat in het Buitenfort door het gebied zo 'arm' mogelijk te houden; zo kan de natuurlijke begroeiing van dit gebied zich goed handhaven.

De Botanische Tuinen zijn tussen 1 maart en 1 december dagelijks geopend.

 

Donkere Gaard

Donkere Gaard

Waarom heten ze Donkere en Lichte Gaard, samen nog geen 100 meter lang? De boomgaard van de bisschop gaf ze naam.

De boomgaard

De Donkere en Lichte Gaard liggen op de plaats waar de bisschoppelijke boomgaard zich ooit bevond (naast het bisschoppelijk paleis op de hoek van wat nu Lichte Gaard en Wed is). Daarnaast bevond zich ooit het Castellum. Het Castellum en omringend gebied was in 723 door Karel Martel geschonken aan Willibrord, aartsbisschop van de Friezen. Vanaf de tiende eeuw nam de politieke gewicht van de bisschop (en de omvang van zijn paleis) toe. Tot zover de verklaring van het tweede deel van de straatnaam. Nu naar het eerste deel.

Licht en donker

De aanleg van de Oudegracht leidde tot de bouw van werfkelders. Op een deel daarvan worden, direct aan het water, huizen gebouwd, zodat de straat aldaar aan twee zijden bebouwd was en dus donker in vergelijking tot het andere deel, dat eenzijdig was (en is) bebouwd.

Tegenwoordig is de Donkere Gaard een geweldige plek om vanaf het terras van Orloff voorbijtrekkend Utrecht te observeren.

Villa Jongerius

Villa Jongerius

Deze fraaie villa van ondernemer Jan Jongerius is in volle glorie hersteld. Een paar tips om er binnen te komen!

Ondernemer Jan Jongerius (geboren 1888) was er een van het oude stempel: niet bescheiden, een dikke sigaar en een goed glas wijn. Maar hij was ook succesvol, vooral doordat hij de Texaco benzinepompen in Utrecht, en later in heel Nederland, introduceerde. Daarnaast werd hij Ford dealer en bouwde hij vrachtauto's en autobussen. Dat laatste gebeurde in de hallen achter de villa.

De villa

Toen Jongerius in 1938 terugkwam van een bezoek aan de Ford fabrieken in Detroit, was hij zo geïnspireerd geraakt dat hij het huis dat ooit stond op de plaats van de huidige villa liet slopen en de villa liet bouwen. De villa vormde, zo blijkt wel uit oude foto's, een geheel met de daarachter liggende fabriek. Jongerius ontwierp de villa zelf. Je kunt daarin zowel Gerrit Rietveld als de nieuwe zakelijkheid en art deco herkennen, maar als je eenmaal weet dat hij in de Verenigde Staten is geweest, herken je de horizontale lijnen van Frank Lloyd Wright en de luchtigheid van vooroorlogse Amerikaanse benzinestations zeker ook.

De bewoners

Tot 1955 woonde hier de familie Jongerius. Door het faillissement van de firma moest de familie het pand verlaten en werd het in gebruik genomen door het Ministerie van Defensie (we zitten dan midden in de koude oorlog). Omdat de bouwkundige kwaliteit matig was, verviel het pand steeds meer en was het voor het Ministerie van Defensie (dat ook geen onderhoud deed aan het pand) niet meer te gebruiken. Vervolgens werd de dan leegstaande villa gekraakt en raakte bekend als Villa Staatsgeheim of de Autonome Republiek Kanaalweg Het Staatsgeheim. Feitelijk hebben de krakers voorkomen dat de villa tegen de vlakte ging. In 2010 had de Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex voldoende geld verzameld om met de restauratie te beginnen. Deze is afgerond in 2012. Nu is de villa een evenementen- en vergaderlocatie. De website van de Stichting vind je hieronder.

Hoe kom je er binnen?

Er zijn in ieder geval twee manieren om de villa legitiem te betreden:

  • Laat je uitnodigen voor een evenement of (huwelijks-)diner in de villa (maar word geen party crasher).
  • Schrijf je in voor een rondleiding, die op zaterdag 19 maart 2016 plaatsheeft. Kosten: 15 euro.
  • Foto's:

Stichting Vrienden Jongeriuscomplex (1, 2), Marga Mulder (3), Utrechts archief (4).

 

 

Jugendstil in Utrecht

Jugendstil in Utrecht

Je wandelt er zo langs, maar van de overkant is het pand op Voorstraat 6 niet te missen: klassieke Jugendstil!

Vanaf de Neude kun je dit markante pand al herkennen. Het bijna eclectische ontwerp maakt indruk door de fraaie houten pui van de begane grond, maar verrast ook door de asymmetrische gevelindeling met een klein torentje rechts voor. Dit pand is Utrechts meest uitgesproken voorbeeld van Jugendstil.

Op de pui lees je: "De Liefde's Centraal Apotheek". Apotheker Johan de Liefde was opdrachtgever van dit bouwwerk, dat is ontworpen door architect R. Rijksen. De bouw was in 1904 gereed.

Doordat de pui op de tweede en derde verdieping in het midden terugvalt, ontstaat een soort grote loggia, waarin dan weer een erker uitsteekt. Door de vorm van de gevel was het mogelijk grote glasoppervlakken te creëren zodat het licht dieper de woning kon binnendringen.  

Dat architect Rijksen van torentjes hield, kun je zien aan een pand dat hij ontwierp op de hoek van de Bakkerstraat en de Lange Elisabethstraat.

Toon locatie op kaart