interessant.in / Utrecht

  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
Het Hoogt

Het Hoogt

Dit korte - maar vooral oude - straatje vlak achter de Neude is een pareltje in de stad met een aantal rijksmonumenten en natuurlijk het voormalig Filmtheater 't Hoogt.

Het Minrebroederklooster

In de Middeleeuwen was dit straatje de locatie van het Minrebroederklooster (vandaar de gelijknamige straat om de hoek). In de zeventiende eeuw ontstond een nieuwe stratenindeling. De panden aan 't Hoogt stammen uit deze tijd van herindeling. Je vindt hier een aantal Rijksmonumenten, in gebruik door de Universiteit Utrecht, maar ook het voormalig Filmtheater 't Hoogt (ondertussen omgebouwd tot appartementen) en het Kruideniersmuseum (Betje Boerhavemuseum).

Geniet van de rust

Bijzonder: terwijl de terrassen van de Neude volzitten, blijft het in dit straatje stil. Wandel hier eens rond en let op de interessante details in de gevels van deze historische panden!

Het Janskerkhof

Het Janskerkhof

Het Janskerkhof: rondom de Janskerk in de zomer een feest van bruisende terrassen en natuurlijk de thuisbasis van de zaterdagse bloemen- en plantenmarkt.

Het Janskerkhof is een fijn stukje Utrecht met de nodige historische highlights. Zo was dit hele gebied ooit een immuniteit van het Kapittel van Sint Jan, omsloten door een muur, en was de toegang beperkt.

Rond de Janskerk

Wandel eens rond de Janskerk en laat je verrassen door fraaie entrees van gebouwen en door kunstwerken. Zo vind je hier onder meer de beelden van F.C. Donders (de streng kijkende gezeten man aan de overkant van de Janskerk), en het door Pieter d'Hont gemaakte beeld van Anne Frank en Willibrordus. Bij het beeld van Anne Frank worden het hele jaar door regelmatig bloemen neergelegd; tijdens de Dodenherdenking op 4 mei staan Utrechters ook bij dit beeld twee minuten stil.

Willibrord

En wie was Willibrord of Willibrordus ook al weer? Hij was de apostel der Lage Landen, of preciezer: de apostel van de Friezen. Geboren in Engeland in 658, en overleden in 739) werd hij opgeleid tot priester en werd - na eerdere verkenningsreizen naar Friesland - door de Paus bevestigd tot Aartsbisschop van de Friezen (waarbij zijn hoofdzetel Utrecht bleef).  

Bacchus

Ook vind je er een beeld van de jonge Bacchus, toepasselijk te vinden niet ver van de sociëteit van het Utrechtsch Studenten Corps.

Kerkhof

En inderdaad: het Janskerkhof was natuurlijk een kerkhof. Tijdens de aanleg van de busbaan in 2000 kwamen nog vele resten te voorschijn.

Papendorp

Papendorp

Niet echt een toeristische locatie, de wijk Papendorp, maar toch interessant door de diversiteit aan architectuur in dit kantorenpark en het vele groen.

Niet veel Utrechters komen hier, tenzij ze er werken. Toch is het kantorenpark Papendorp, of Utrecht Businesspark Papendorp, zoals het park officieel heet, wel een bezoekje waard. Al was het alleen maar door die fraaie Prins-Clausbrug die je van Kanaleneiland naar Papendorp brengt. Deze brug is ontworpen door Ben van Berkel, die ook de Rotterdamse Erasmusbrug ontwierp (en dat kan je ervan af zien ook).

De polder Papendorp

De polder Papendorp ligt vanuit Utrecht gezien nu aan de overzijde van het Amsterdam-Rijnkanaal. Al in de twaalfde eeuw werd dit gebied ontwikkeld; het gebied van de polder bevindt zich aan beide zijden van het in de medio 20e eeuw aangelegde Amsterdam-Rijnkanaal. De aanleg van dit kanaal deelde de polder dus in tweeën. Vanaf 1954 maakt Papendorp deel uit van de gemeente Utrecht.

Interessante architectuur

(Nog) is Papendorp een ruim opgezet kantorenpark. Een aantal grote namen heeft zich hier gevestigd. Van Mercedes Benz tot Bol.com, van ICT dienstverleners tot verzekeraars, van klinieken tot kenniscentra: je vind het hier allemaal. Pak de fiets en maak de oversteek!

Enkele gebouwen die de moeite zijn om (als je kunt ook van binnen) te bekjken zijn:

  • Creative Valley (verzamelgebouw voor creatieve bedrijven; architecten Gent en Monk)
  • De Cope (JHK Architecten)
  • Het Ovaal (Mercedes Benz; architecten Ibbelings van Tilburg)
  • WTC Papendorp (onder meer Bol.com; De Architecten Cie)
  • KPN Gebouw (architect Veenendaal & Bocanet)
Daphne Schippersbrug

Daphne Schippersbrug

De Daphne Schippersbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal is niet alleen een fraai staaltje constructie, het is tevens een eerbetoon aan een van Utrechts succesvolste atleten.

De officiële opening van deze fietsbrug, die over het Amsterdam-Rijnkanaal de wijken Oog in Al en Leidscherijn met elkaar verbindt - vanzelfsprekend in aanwezigheid van de naamgeefster, de Utrechtse atlete Daphne Schippers - vond plaats op 13 mei 2017. Maar de brug was voor die tijd al voor voetgangers en fietsverkeer geopend.

Wie is Daphne Schippers?

Daphne Schippers (1992) is een Utrechtse atleet die voor Nederland ongekende successen behaalde bij het hardlopen. Ze werd in 2015 wereldkampioen op de 200 meter; en ze werd tweede op de 100 meter sprint. In 2016 haalde ze zilver op de 200 meter. Het jaar daarop werd ze opnieuw wereldkampioen op de 200 meter. Dat Daphne Schippers naamgever werd van deze brug is niet verrassend: als voormalig bewoner van de wijk Oog in Al werd ze door omwonenden middels een prijsvraag gekozen.

De oprit

​Fraai is met name de oprit naar de brug aan de zijde van Oog in Al; de oprit loopt over een nieuw schoolgebouw en vormt daarmee een mooie eenheid. De brug is van het type hangbrug en straalt robuustheid uit en vormt zo een tegenstelling met de elegante Prins Clausbrug, die een kilometer zuidelijker eveneens het Amsterdam-Rijnkanaal overbrugt.

Hotel Kasteel van Antwerpen

Hotel Kasteel van Antwerpen

Een fraai gebouw aan de Oudegracht; op de gevel prijkt de tekst Kasteel van Antwerpen. Wat is dat?

Langs de Oudegracht slenterend zie je soms interessante dingen als je omhoog kijkt. Boven de winkelplint van het pand op nummer 129 lees je bijvoorbeeld "Hotel Kasteel van Antwerpen". Bij nadere beschouwing zie je in de gevel een steen waarop een vesting is afgebeeld en de tekst "IN KASSTEL TANTWERPEN’".

Op een aan Jan Brueghel toegeschreven tekening uit 1620 heeft dit gebouw een houten voorgevel. Ditzelfde gebouw heette ook "çasteel van Antwerpen", het "wapen van Antwerpen", of "vanouds schoonegge en nu Casteel van Antwerpen".

Renovatie

Op de gevel zie je verder de tekst "Anno 1882". Dat is dan wel het jaar van de restauratie. Twee huizen werden samengevoegd en de houten voorgevels, die op de prent van Jan Brueghel dus nog wel te zien zijn, worden vervangen door deze neobarokke metselwerk gevel. Na de verbouwing trok dit hotel veel bezoekers. In 1913 stond dit hotel opgenomen in de Thomas Cook Traveller's Handbook.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zou het pand gebruikt zijn door de Duitse Wehrmacht als kwartier voor de officieren.

Waar of niet waar?

In Oud Utrecht (uitgave 15 maart 1946) staat het volgende verhaal over het Kasteel van Antwerpen vermeld:

Uit een brief van een student uit Engeland, J. Steuart, die in Utrecht studeerde, horen wij dat in oktober 1695 lady Dundee met haar tweede man, Alexander Livingstone, vicount of Kilsyth haar dochter en het kindermeisje in Utrecht verbleef en hun intrek hadden genomen in het ´Het Kasteel van Antwerpen´tot zij een beter logement hadden gevonden. Op 16 oktober ging J. Steuart naar ´Het Kasteel van Antwerpen´om aan de algemene tafel met de familie Kilsyth (of Kilseith) te gaan eten. Na het eten liep hij om twee uur naar boven toen een bediende hem tegemoet kwam met de mededeling dat de kamer van lady Dundee (zoals zij zich bleef noemen) was ingestort. Bij de kamer aangekomen, bleek dit maar al te waar. Kilsyth had twee gekneusde benen en al zijn kleren waren gescheurd. Lady Dundee, haar dochter en het kindermeisje waren echter dood. Wat was er gebeurd, Het bleek dat er de hele dag turf naar boven was gesjouwd (300 ton) en dit bleek de zoldering niet te kunnen dragen en deze bezweek precies boven de kamer van de Engelse gasten. De lijken van lady Dundee en haar dochter werden in Utrecht gebalsemd en zijn daarna naar Schotland vervoerd. Het kindermeisje is nog dezelfde dag in Utrecht begraven. Hierna ging het verhaal rond dat er opzet in het spel zou zijn en dat de waard de balken zou hebben doorgezaagd. Lady Dundee en haar eerste man zouden Jacobieten zijn geweest, aanhangers zijn van Jacobus II, de afgezette koning van Schotland, en betrokken zijn geweest bij een plan om de koning-stadhouder Willem III van de troon te stoten. Deze versie van het verhaal lijkt echter niet op waarheid te berusten en wordt ook weersproken door de brief van de Engelse student.

Tot slot

In de Lange Elisabethstraat vind je nog de oorspronkelijke achteruitgang van de gebouwen.

Sint Maarten

Sint Maarten

Sint Maarten is de beschermheilige van de stad Utrecht. 11 november is Sint Maartensdag, die onder meer gevierd wordt met een optocht.

Beschermheilige van Utrecht

Maarten, Romeins soldaat, leefde in de vierde eeuw. Volgens de legende deelde hij zijn mantel met een bedelaar bij de stadspoort van Amiens. De Rooms-katholieke kerk verklaarde hem heilig (Sint Martinus van Tours) en zo kon Sint Maarten beschermheilige van de stad Utrecht worden. Je vindt Sint Maarten terug op de spits van de Domkerk. De Domkerk, nu een Protestantse kerk, was de Sint Maartenskathedraal van Utrecht. Op verschillende plaatsen in Utrecht vind je herinneringen aan Sint Maarten.

Pelgrimsroute

Voor de echte liefhebbers is er ook een pelgrimsroute van Utrecht naar Tours, de zogenaamde Chemin d'Utrecht, vergelijkbaar met (maar minder bekend en korter dan) de Camino de Santiago de Compostella..

Sint Maarten optocht: 11 november

De traditie van de Sint Maarten optocht op 11 november begint geleidelijk aan weer meer in de belangstelling te komen, mede dankzij het werk van het Sint Maartensberaad. De foto's geven een indruk van de viering in 2014.

Napoleon op de vlucht

Napoleon op de vlucht

In 1813 verliet het Franse leger overhaast de stad Utrecht. Een verborgen plaque op het Ledig Erf herinnert hieraan. Maar hoe zat dat ook al weer?

De veldtochten van de Corsicaan

Aanvankelijk boekte Napopleon (eerst in een lagere rang, daarna als generaal, tenslotte als keizer) vele overwinningen in oorlogen en veldslagen. Maar dat het met het Franse leger van Napoleon niet goed afliep, weten we. De veldtocht van 1812 in Rusland was desastreus, en we kennen ook de slag bij Leipzig in 1813 als een belangrijk keerpunt; hier versloeg de zogenaamde zesde Coalitie (bestaande uit Rusland, Groot-Brittannië, Oostenrijk en Pruisen) de Grande Armèe. Als gevolg hiervan werd Napoleon naar Elba verbannen. Maar hoe zat het eigenlijk met de Fransen in Nederland?

1813

Met de zwakker wordende Franse positie nam de Nederlandse weerstand toe. Er waren optochten, proclamaties in de meeste steden, onder leiding van prominente Hollanders.

Oranje Boven.
Holland is vry.
De Bondgenooten trekken op Utrecht.
De Engelschen worden geroepen.
De Franschen vlugten aan alle kanten.
De zee is open.
De koophandel herleeft.
Alle partyschap heeft opgehouden.
Al het geledene is vergeeten.
En vergeeven.
Alle de aanzienlyken komen in de regeering.
De regeering roept den Prins uit tot Hooge Overheid.
Wy voegen ons by de Bondgenooten en dwingen den vyand tot vrede.
Het volk krygt een vrolijken dag op gemeene kosten, zonder plunde­ring noch mishandeling.
Elk dankt God.
De oude tyden komen weder­om.
Oranje Boven!

Kozakkendag

Aan het einde van de Franse bezetting waren er nog maar enkele steden bezet door de Franse troepen, die onder leiding stonden van Generaal Gabriel-Jean-Joseph Graaf Molitor, een 43-jarige Lotharinger. Troepen uit Amsterdam en Den Haag trokken zich terug op Utrecht. Binnen de singels van Utrecht had zich zodoende een groot leger verzameld, dat uiteindelijk op 28 november 1813 met de staart tussen de benen Utrecht verliet. Diezelfde avond kwam een kleine strijdmacht Kozakken van het Pruisisch-Russische leger Utrecht binnen. Zij worden als bevrijders onthaald. Tot 1913 wordt 28 november, "Kozakkendag", gevierd als bevrijdingsdag.

Ledig Erf

Een beeld en gedenksteen op het Ledig Erf, geplaatst bij de honderste verjaardag van deze gebeurtenis, herinnert aan het overhaaste vertrek van de Fransen.

Het oude stadhuis

Het oude stadhuis

Het Keyserrijck, de Ster, Leeuwensteijn, Nijenborgh en de Gulden Arent: door landje-pik onderdeel geworden van het oude stadhuis.

Hoe het oude stadhuis ontstond

Naast wat we nu meestal als stadhuis betitelen staan een aantal statige gebouwen, die je het best vanaf de Stadhuisbrug kunt bekijken. Of, beter nog: vanuit de tweede verdieping van de tegenover gelegen pand, de voormalige openbare bibliotheek. Via een soort landje-pik werden deze gebouwen een voor een toegevoegd aan het toenmalige stadhuis. 

In de 15e en 16e eeuw

Het gebouw Keyserruck (Keyserrijck) stamt uit ongeveer 1410 en werd gebouwd door Gerrit Keyser. De naam van het gebouw staat hoog op de gevel vermeld in metalen letters. In 1473 kwam het in handen van het stadsbestuur van Utrecht en werden hier de Lakenhal en de Waag gevestigd.

In deze periode viel dit gebied onder het gezag van Karel de Vijfde. Hij gaf persoonlijk opdracht om het stadsbestuur in de naastgelegen panden (Lichtenberg) te vestigen. Er werd daarom een grote verbouwing uitgevoerd in de jaren 1537-1547 om dit pand geschikt te maken voor gebruik door het bestuur. Daarbij was onder meer architect Willem van Noort (inderdaad, de Willem van Noortstraat in Utrecht-Nood is naar hem vernoemd) betrokken, die het ontwerp leverde voor de gevel. 

19e en 20e eeuw

De tussen het hoofdgebouw en Keyserrijck staande gebouwen werden in de 19e en 20e eeuw aangekocht, aangepast of gesloopt en in passende stijl herbouwd. In 1997 kreeg architect Enric Miralles opdracht tot een vergaande renovatie. Die kreeg zijn meest in het oog springende aanpassingen aan de kant van de Minrebroederstraat.

Gerrit Rietveld

Gerrit Rietveld

Architect van De Stijl, later Modernist. In Utrecht heeft hij veel gebouwd, waaronder het Rietveld-Schröderhuis, dat tot het Unesco Werelderfgoed wordt gerekend.

Verrassend Rietveld-Schröderhuis

Het beroemdste project van Gerrit Rietveld dat je in Utrecht kunt vinden is ongetwijfeld het Rietveld-Schröderhuis. Zowel de buiten- als de binnenkant is zeer de moeite van het bekijken waard. Een rondleiding door het huis (met audiotour, maar alle gidsen zijn liefhebbers en beantwoorden graag je vragen) toont je allerlei inventieve manieren om effectief met beperkte ruimte om te gaan. Denk hierbij aan verplaatsbare wanden, waardoor wonen en slapen gescheiden wordt. Boek je toegang wel op tijd, want het huis is klein en de belangstelling groot! Wist je dat het Rietveld-Schröderhuis staat op de Unesco werelderfgoedlijst staat?

Andere projecten van Rietveld

Net onder het naast het Rietveld-Schröderhuis liggende viaduct door vind je de Erasmuslaan. De twee blokken woningen die hier staan, zijn in de dertiger jaren gebouwd maar ontwerp van Gerrit Rietveld. Daarna bouwde hij een bijna identiek blok van vier woningen aan de Robert Schumanstraat 13 tot 19. Je kunt zien dat hij dan de Stijl al achter zich heeft gelaten. Hij rekent zich tot de nieuwe zakelijkheid en het Nieuwe Bouwen.

Chauffeurswoning

In de directe omgeving vind je ook nog aan de Waldeck Pyrmontkade 20 de chauffeurswoning van de familie van der Vuurst de Vries. Hier ontwierp Rietveld een woning voor de chauffeur boven de garage. Dit is een interessant ontwerp, omdat Rietveld als een van de eersten hier een raster van 1 x 1 m2 hanteerde en geprefabriceerde elementen inzette. Als experiment boeiend, maar nog niet heel praktisch: het leidde wel tot veel lekkages. 

De stoel

Je kent natuurlijk ook de beroemde Rietveld stoel, die in het Centraal Museum te bewonderen is; Rietveld startte als meubelmaker. Rietveld heeft in Utrecht meer gebouwd. Het Centraal Museum heeft een iPhone App ontwikkeld met afbeeldingen en routes langs zijn bouwwerken. Ook is er een boekje van Willemijn Zwikstra met een fietsroute langs de verschillende Rietveld locaties in Utrecht. Zo'n app of gidsje is geen luxe, want de bouwwerken van Rietveld (soms gedeelten van gebouwen) zijn niet altijd even goed te herkennen als werken van zijn hand.

Een overzicht van al zijn bouwwerken vindt je op architectuurgids.nl.

Jaagpad Kromme Rijn

Jaagpad Kromme Rijn

Een wandeling over het jaagpad van de Kromme Rijn brengt je op interessante plaatsen. Begin in de stad, eindig in het heerlijke weidelandschap ten oosten van Utrecht. Een aanrader!

De getemde Rijn

De Kromme Rijn vormde ooit de belangrijkste bedding van de Rijn in de richting van de Noordzee. Nu is de Kromme Rijn nog slechts via een sluis aangesloten op de Rijn bij Wijk Bij Duurstede. De Kromme Rijn eindigt (vanuit Utrechts perspectief: begint) bij de Tolsteegsingel nabij het Ledig Erf.

Wandelen langs de Kromme Rijn

De wandeling start bij het Ledig Erf. Aan de zuidelijke kant van de Kromme Rijn loop je over de Krommerijn en begint het jaagpad achter de gevangenis aan de Koningsweg (Utrechters noemen dat het Luie Eind). Je gaat onder de Waterlinieweg door; aan je rechterhand zie je dan Fort Lunet I, een van vier Lunet-forten die als onderdeel van de Hollandse Waterlinie Utrecht zouden moeten beschermen. Even verder zie je aan je linkerhand het Stadion Galgenwaard.

In het buitengebied van Utrecht

Al snel raak je daarna wandelend buiten de bebouwde kom van Utrecht. Bekijk onderweg Landhuis Oud Amelisweerd of drink iets bij Theehuis Rhijnauwen en geniet van het buitenzijn. Let wel op als het heeft geregend: het jaagpad kan modderig (en glad) zijn. Tijdens je wandeling zal je aan je rechterhand in de weilanden regelmatig bunkers uit de Eerste Wereldoorlog zien. In Bunnik vind je openbaar vervoer, maar je kunt nog verder langs de Kromme Rijn naar Odijk en verder richting Werkhoven, waarbij je Kasteel Beverweerd zult passeren.

Varen op de Kromme Rijn

Je kunt ook varen op de Kromme Rijn. Er is een kanoverhuur (Botenverhuur de Rijnstroom, die je via de Weg tot de Wetenschap en de Weg naar Rhijnauwen bereikt), waar je wel de instructie krijgt stroomopwaarts te starten!

Stadhuis

Stadhuis

Het was ooit een opvallende en spraakmakende renovatie van het Stadhuis van Utrecht door de beroemde Spaanse architect Enric Miralles.

Geschiedenis

Als je vanaf de Oudegracht of de Stadhuisbrug het Utrechtse stadhuis bekijkt, zie je een aantal historische gebouwen, waaraan je de groei van het stadsbestuur over eeuwen kunt aflezen (het stadsbestuur is al meer dan 650 jaar op deze plek gevestigd). Op de trappen voor het Stadhuis zitten zowel levensgenieters, straatmuzikanten en daklozen. Als je om het Stadhuis heenloopt en de achterkant bekijkt (wat tegenwoordig de nieuwe voorkant is) dan ben je direct verrast: hier vind je naast oud ook opvallend modern. Dat is het gevolg van de renovatie van het Stadhuis, die in het jaar 2000 is voltooid.

Plein

Door de verbouwing en de aanleg van een nieuwe vleugel is een speels plein ontstaan aan de kant van de Korte Minrebroederstraat. Hier klinken op zomerse donderdagavonden de klanken van de tango, en vanaf de terrassen van de tegenoverliggende kroegen geniet je van architectuur en voorbijgangers.

Interieur

Voor de renovatie was het Stadhuis een waar doolhof, maar dat is nu anders: als je nu binnenloopt zie je verrassende perspectieven en ruimte en herinneringen aan de historie van de gebouwen: middeleeuwse muren zijn goed zichtbaar.

Architect Enric Miralles

In 1997 kreeg de Spaanse architect Enric Miralles (1955-2000) de opdracht voor het ontwerp van een open, transparant en toegankelijk gebouw. De gemeente Utrecht schrijft op zijn website: "De keus voor Miralles is vooral gebaseerd op zijn respect voor de geschiedenis, gecombineerd met zijn vernieuwende en gedurfde architectuur." Miralles wordt vooral geroemd om de manier waarop hij oud en nieuw heeft verweven. "Het afleesbaar worden van de geschiedenis staat voorop", schreef hij zelf.

En verder

De historische gebouwen, waarin het Stadhuis zijn begin vond, kun je heel goed bewonderen vanuit het tegenover gelegen gebouw (de voormalige openbare bibliotheek). Van daaruit kun je ook heel mooi het timpaan van de hand van Pieter d'Hont zien.

Bron foto's:

1. Emily van Someren / Toerisme Utrecht, 2. Jurjen Drenth / Toerisme Utrecht, 3. 4, 5, 6, 7 interessant.in

Hooghiemstra

Hooghiemstra

Een statig gebouw, dit Château de l'Industrie. Eerst een pakhuis met hoektorens, nu huisvest het veel kleine, creatieve ondernemingen.

Jurjen Sjoerd Hooghiemstra 

De succesvolle graanhandelaar Jurjen Sjoerd Hooghiemstra heeft een briljant idee: hij gaat veekoeken produceren. Dat blijkt een gat in de markt te zijn. Het gaat zo goed dat hij meer opslagruimte nodig heeft. Hij geeft in 1911 architect M.E. Kuiler opdracht een ontwerp voor een nieuw pakhuis te maken. De stijl is de dan populaire Franse fabrieksarchitectuur "châteaux de l’industrie" (industriekastelen). In dezelfde stijl werden in die tijd ook een aantal watertorens gebouwd, die dan "châteaux d'eaux" (waterkastelen) werden genoemd. Kuiler ontwierp in meerdere stijlen. Zo is ook het "Dekkledenhuis" aan de Muntkade 8 van zijn hand.

Einde van een tijdperk

De ondernemer zit niet stil. Na de Eerste Wereldoorlog ontdekt hij een nieuw succesproduct: havermout. Maar hij houdt te lang vast aan dit ene product en dat leidt uiteindelijk tot zijn zakelijke ondergang. Na het faillissement is er nog een aantal jaren een andere gebruiker, alvorens de gemeente Utrecht het pand opkoopt. Om het als monument te redden? Nee, om het te kunnen slopen in de naam der vooruitgang.

Dat dit niet doorgaat, komt door de tijdelijke bewoners, artiesten en artistieke ondernemers. De gemeente besluit het pand voor een gulden te verkopen aan het Wittevrouwen Bolwerk. Dat is het begin van een nieuwe bestemming: bedrijfsverzamelgebouw.

Fort bij Rijnauwen

Fort bij Rijnauwen

Een van de grootste en mooiste forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Volg een rondleiding om dit pareltje te ontdekken.

De Nieuwe Hollandse Waterline is een historische verdedigingslinie uit 1815, die uniek genoemd mag worden. De totale lengte van de Waterlinie bedraagt 85 kilometer. De linie bestaat uit circa vijftig forten en vijf vestingsteden: Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem.

Rond Utrecht vind je een flink aantal forten en verdedigingswerken terug. Het Fort bij Rijnauwen was voor de toenmalige koning Willem I een paradepaardje. De afwerking is dan ook bijzonder verzorgd en gedetailleerd. Omdat het Fort alleen door middel van rondleidingen en evenementen toegankelijk is, heerst hier rust - ook voor de natuur, die zich hier op bijzondere wijze kon ontwikkelen.

 

 

De Boothstraat

De Boothstraat

Zo'n straat waar je bijna nooit komt als je er niet moet zijn: de Boothstraat vertelt nogal wat geschiedenis.

De Boothstraat draagt de naam van Cornelis Booth, burgemeester van Utrecht van 1656 tot 1658. Van zijn hand kwam het idee om Utrecht gezonder te maken door betere ventilatie op stedenbouwkundig niveau: Utrecht moest droger worden en meer doortochten om epidemieën van cholera en andere besmettingsziekten te voorkomen. Om die specifieke reden werd de Boothstraat aangelegd als verbinding tussen de Voorstraat en het Janskerkhof.

Beetshuis

Booth verhuisde naar het pand dat nu Boothstraat 6 is. Interessant is dat toen hij het huis kocht, de entree nog aan de kant van het Janskerkhof lag. Hij liet het pand ingrijpend verbouwen zodat de nieuwe ingang aan de Boothstraat kwam te liggen. De ondertussen wat in de vergetelheid geraakte dichter en predikant Nicolaas Beets woonde ook in dit pand, dat nu dan ook als Beetshuis bekend staat. Dit feit is nog terug te vinden op het protserige ornament op de gevel van het pand.

Dankzij de Reformatie?

Voor de Reformatie was het gebied ten noorden van het Janskerkhof onderdeel van de "Immuniteit van Sint Jan". De Reformatie maakte hier een einde aan en zo kon onder meer deze Boothstraat dus worden aangelegd.

 

 

De stadsmuren

De stadsmuren

Helaas, de stadsmuren zijn grotendeels gesloopt. Maar op meer dan een plaats kun je ze nog deels bewonderen!

Toen Utrecht stadsrechten kreeg (in 1122) begon het stadsbestuur voortvarend met de bouw van een stadsmuur, die indringers buiten zou moeten houden. Deze stadsmuur bevond zich aan de stadszijde van de singels, die rond de toenmalige stad lopen.

Voortdurende ontwikkeling

De stadsmuren bestonden aanvankelijk uit een muur met bogen en daabovenop de zogenaamde weergang, van waar verdedigers de aanvallers in het vizier konden nemen. De uitvinding van het buskruit zorgde ervoor dat de muren in de zestiende eeuw aangepast moesten worden. Door middel van een aarden wal aan de binnenzijde van de muur waren ze nu bestand tegen beschietingen.

Nog weer later werden stenen bastions en grote aarden bolwerken aangelegd.

Het einde van de stadsmuren

De aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (1821 - 1824) maakte de stadsmuren overbodig, waarna de stadsvaders besloten dat het gebied van de muren moest worden omgevormd naar groene zones. Landschapsarchitect Zocher nam deze klus op zich en schroomde daarbij niet om alle overblijfselen van de muren te verwijderen. Maar op enkele plaatsen in Utrecht vind je een restant terug. Het meest zichtbare deel tref je aan net ten zuiden van de Lucasbrug en het Lucasbolwerk.

Het bunkerpad

Het bunkerpad

Je fietst Utrecht uit richting Bunnik en ziet ineens betonnen kolossen in het weiland. Wat doen die bunkers hier?

Wanneer zijn ze gebouwd? En naar welke kant zijn ze nu eigenlijk gericht, ofwel: tegen welke vijand bedoeld?

Eerste Wereldoorlog

De bunkers die je ten oosten van Utrecht aantreft zijn niet, zoals veel mensen denken, een overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog, maar uit de Eerste. Nederland was in die oorlog weliswaar neutraal, maar vanzelfsprekend was het Nederlandse leger wel bezig verdedigingslinies te versterken en verbeteren, in het geval de Duitsers onze neutraliteit zouden schenden.

Loopgraven en bunkers

In eerste instantie werd deze verdedigingslinie, waar nu de bunkers staan, gevormd door loopgraven. Daarvan zijn nu geen sporen meer te vinden. Maar dat is ook niet verbazend in dit laaggelegen gebied rond de Kromme Rijn. Met de toen nieuwe technologie van gewapend beton bouwde men hier nu bunkers - in dit geval van het type 1916-I.

Tweede Wereldoorlog

De bunkers werden in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog opnieuw in gebruik genomen en nog verder verbeterd; voor een deel werden ze omgebouwd tot kazematten (geschutsposities).

Het Bunkerpad

Je vindt het Bunkerpad langs de N411 (de provinciale weg naar Bunnik, daar waar het fietspad van de rechter naar de linker zijde van de weg oversteekt. Dit is ter hoogte van restaurant Vroeg. Het Bunkerpad loopt dwars door een weiland, dus laat je niet verrassen door de koeien en hun vlaaien!

 

Gebruikt

De Vaartsche Rijn

De Vaartsche Rijn

Een wandeltocht langs een historische waterweg: de Vaartsche Rijn moest de Utrechtse handel weer aanjagen.

Ooit stroomde de rivier de Rijn door Utrecht (ongeveer via de huidige Kromme Rijn en Leidse Rijn). Dat was mede reden voor de Romeinen om hier een castellum te bouwen. Toen men in 1122 de Rijn bij Wijk bij Duurstede afdamde en de Rijn zo in zijn huidige rivierbed belandde, had dat nadelige gevolgen voor Utrecht. De handel dreigde op te drogen.

Daarom werd in 1127 een nieuw kanaal gegraven (de Vaartsche Rijn) en begon men met de aanleg van de Oudegracht (die toen natuurlijk nog niet zo heette). De Vaarsche Rijn werd, in tegenstelling tot de Kromme Rijn, ook wel de Rechte Rijn genoemd.De Vaartsche Rijn is een van de oudste kanalen van Nederland.

Het oudste deel van de Vaarsche Rijn loopt van het Ledig Erf tot de Liesbosch, net ten zuiden van de A12. Later werd de Vaartsche Rijn doorgetrokken zodat de aansluiting gemaakt kon worden met de Hollandse IJssel, die op zijn beurt weer een open verbinding had met de Lek.

De industrie van de negentiende en twintigste eeuw van Utrecht vond je vanwege de goede bereikbaarheid terug aan waterwegen, en dus ook aan de oevers van de Vaartsche Rijn, en met name aan de oostkant.

Een wandeling vanaf het Ledig Erf brengt je via Ooster- of Westerkade bij de Jutfaseweg. Wandel verder naar het zuiden en zie de grote diversiteit aan bebouwing aan de overkant. Van nieuwbouw (De Trip starterswoningen) tot watertoren, van industriehal tot bijzondere woonhuizen: je vindt het allemaal. Een flink aantal gebouwen is tot gemeentelijk monument verklaard.

Het gebied waar de Vaartsche Rijn aansluit op het Merwedekanaal, kun je het best van de oostkant bekijken. Steek daarom, bij de Socrateslaan aangekomen, over en volg het Salamanderpad tot aan de Neerlandia, zo'n oude industrie waarvan de voorgevel is behouden. 

 

 

Villa Lievendaal

Villa Lievendaal

Half verborgen op de heuvel bij het Lepelenburg vind je villa Lievendaal, de enige villa binnen de singels.

Het kan zo maar zijn dat je er al -tig keer aan voorbijgefietst bent. En dat je nooit de tijd genomen hebt om uit te zoeken wat de geschiedenis van deze fraaie villa is.

De stadsmuren gesloopt

Dankzij het werk van landschapsarchitect J.D. Zocher jr werden eind negentiende eeuw de Utrechtse stadsmuren en bolwerken gesloopt en werden de parken langs de singels aangelegd. Er zijn nog maar een enkele plaats waar je de stadsmuren kunt bewonderen: een stuk naar het noorden van deze locatie. De heuvel, waarop villa Lievendaal staat, is opgebouwd uit (onder meer) het puin van deze stadsmuren en bolwerken. Zocher zorgde ervoor dat villa en heuvel een geheel met het plantsoen van Lepelenburg vormden.

Huize Lievendaal

In de 18e eeuw stond ongeveer op deze plaats Huize Lievendaal op de stadswal. Na het slopen van de stadsmuren werd de nieuwe villa gebouwd. De opdrachtgever was G. Reede. Of de villa al direct de naam van Lievendaal overnam, vermeldt de geschiedenis niet. Het lemma over villa Lievendaal in Wikipedia suggereert dat de reden van de aanleg van de villa op een heuvel was om de armoede van de nabijgelegen armenhuisjes van de Bruntskameren aan het gezicht te onttrekken.

Koninklijke bewoonster

Tijdens haar studententijd woonde hier Prinses Irene van Oranje. Een passende accomodatie voor een Koninklijke student!

 

 

De witte arend

De witte arend

Dit woonhuis aan de Lichtegaard stamt uit de 17e eeuw en heeft een karakteristieke trapgevel.

Dit fraaie rijksmonument krijgt veel minder aandacht dan het verdient. En dat komt dan door de locatie. Het fraaie zicht op de Oudegracht, de Vismarkt en bovenal de Domtoren zorgt ervoor dat je gemakkelijk aan dit fraaie woonhuis voorbijloopt. Niet doen!

Volgens het fonds Utrechtse geveltekens herinnert de steen met de frontaal geplaatste, naar links kijkende vogel, aan een vroeger hier gevestigde herberg. De Rijksmonumentendienst beschrijft het huis als een pand met trapgevel met natuurstenen blokken in vensterbogen, leeuwenmaskers gerestaureerd. Helaas is er verder niet veel bekend over de historie van dit pand. Desondanks de moeite waard om even bij stil te staan.

Botanische Tuinen

Botanische Tuinen

Het jaarthema van de Botanische Tuinen is Biomimicry: leentjebuur bij de natuur. Start: 1 april!

Jaarthema

Processen in de natuur hebben miljarden jaren de tijd gehad om zich te ontwikkelen en alleen wat werkt blijft uiteindelijk bestaan. Bovendien gaat de natuur zuinig om met energie en grondstoffen. Daar kunnen we heel wat van leren! En dat is precies waar biomimicry om draait, leren van de natuur. Van 1 april tot 1 december kunt u zich in de Botanische Tuinen Utrecht laten inspireren door deze fascinerende nieuwe tak van wetenschap. Het jaarthema bestaat uit een tentoonstelling, een bordenwandeling en de kinderspeurtocht ‘Afkijken bij Bollebozen’.

Onderdeel van de Universiteit Utrecht

De Botanische Tuinen gaan terug tot 1639; toen werd de eerste hortus aangelegd op bolwerk Sonnenborgh (nu Museum en Sterrenwacht). De tuinen zijn diverse keren verhuisd en liggen nu op en rondom Fort Hoofddijk in het Utrecht Sciencepark (De Uithof). De Tuinen waren aanvankelijk primair gericht op onderzoek en onderwijs, maar geleidelijk zijn de publieke functie en natuurberscherming steeds belangrijker geworden. En daarom kun je er nu genieten van de schoonheid van de natuur.

Verschillende tuinen

Je vindt hier een zestal verschillende tuinen, die ieder een aantal eigen biotopen herbergen: de Rotstuin (een van de grootste van Europa), de Systeemtuin, de subtropische kassen, het Buitenfort, de Thematuin en de Diertjestuin. Waar men door middel van veel verzorging en onderhoud de diversiteit in de overige tuinen realiseert, gebeurt dat in het Buitenfort door het gebied zo 'arm' mogelijk te houden; zo kan de natuurlijke begroeiing van dit gebied zich goed handhaven.

De Botanische Tuinen zijn tussen 1 maart en 1 december dagelijks geopend.

 

Donkere Gaard

Donkere Gaard

Waarom heten ze Donkere en Lichte Gaard, samen nog geen 100 meter lang? De boomgaard van de bisschop gaf ze naam.

De boomgaard

De Donkere en Lichte Gaard liggen op de plaats waar de bisschoppelijke boomgaard zich ooit bevond (naast het bisschoppelijk paleis op de hoek van wat nu Lichte Gaard en Wed is). Daarnaast bevond zich ooit het Castellum. Het Castellum en omringend gebied was in 723 door Karel Martel geschonken aan Willibrord, aartsbisschop van de Friezen. Vanaf de tiende eeuw nam de politieke gewicht van de bisschop (en de omvang van zijn paleis) toe. Tot zover de verklaring van het tweede deel van de straatnaam. Nu naar het eerste deel.

Licht en donker

De aanleg van de Oudegracht leidde tot de bouw van werfkelders. Op een deel daarvan worden, direct aan het water, huizen gebouwd, zodat de straat aldaar aan twee zijden bebouwd was en dus donker in vergelijking tot het andere deel, dat eenzijdig was (en is) bebouwd.

Tegenwoordig is de Donkere Gaard een geweldige plek om vanaf het terras van Orloff voorbijtrekkend Utrecht te observeren.

Villa Jongerius

Villa Jongerius

Deze fraaie villa van ondernemer Jan Jongerius is in volle glorie hersteld. Een paar tips om er binnen te komen!

Ondernemer Jan Jongerius (geboren 1888) was er een van het oude stempel: niet bescheiden, een dikke sigaar en een goed glas wijn. Maar hij was ook succesvol, vooral doordat hij de Texaco benzinepompen in Utrecht, en later in heel Nederland, introduceerde. Daarnaast werd hij Ford dealer en bouwde hij vrachtauto's en autobussen. Dat laatste gebeurde in de hallen achter de villa.

De villa

Toen Jongerius in 1938 terugkwam van een bezoek aan de Ford fabrieken in Detroit, was hij zo geïnspireerd geraakt dat hij het huis dat ooit stond op de plaats van de huidige villa liet slopen en de villa liet bouwen. De villa vormde, zo blijkt wel uit oude foto's, een geheel met de daarachter liggende fabriek. Jongerius ontwierp de villa zelf. Je kunt daarin zowel Gerrit Rietveld als de nieuwe zakelijkheid en art deco herkennen, maar als je eenmaal weet dat hij in de Verenigde Staten is geweest, herken je de horizontale lijnen van Frank Lloyd Wright en de luchtigheid van vooroorlogse Amerikaanse benzinestations zeker ook.

De bewoners

Tot 1955 woonde hier de familie Jongerius. Door het faillissement van de firma moest de familie het pand verlaten en werd het in gebruik genomen door het Ministerie van Defensie (we zitten dan midden in de koude oorlog). Omdat de bouwkundige kwaliteit matig was, verviel het pand steeds meer en was het voor het Ministerie van Defensie (dat ook geen onderhoud deed aan het pand) niet meer te gebruiken. Vervolgens werd de dan leegstaande villa gekraakt en raakte bekend als Villa Staatsgeheim of de Autonome Republiek Kanaalweg Het Staatsgeheim. Feitelijk hebben de krakers voorkomen dat de villa tegen de vlakte ging. In 2010 had de Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex voldoende geld verzameld om met de restauratie te beginnen. Deze is afgerond in 2012. Nu is de villa een evenementen- en vergaderlocatie. De website van de Stichting vind je hieronder.

Hoe kom je er binnen?

Er zijn in ieder geval twee manieren om de villa legitiem te betreden:

  • Laat je uitnodigen voor een evenement of (huwelijks-)diner in de villa (maar word geen party crasher).
  • Schrijf je in voor een rondleiding, die op zaterdag 19 maart 2016 plaatsheeft. Kosten: 15 euro.
  • Foto's:

Stichting Vrienden Jongeriuscomplex (1, 2), Marga Mulder (3), Utrechts archief (4).

 

 

Jugendstil in Utrecht

Jugendstil in Utrecht

Je wandelt er zo langs, maar van de overkant is het pand op Voorstraat 6 niet te missen: klassieke Jugendstil!

Vanaf de Neude kun je dit markante pand al herkennen. Het bijna eclectische ontwerp maakt indruk door de fraaie houten pui van de begane grond, maar verrast ook door de asymmetrische gevelindeling met een klein torentje rechts voor. Dit pand is Utrechts meest uitgesproken voorbeeld van Jugendstil.

Op de pui lees je: "De Liefde's Centraal Apotheek". Apotheker Johan de Liefde was opdrachtgever van dit bouwwerk, dat is ontworpen door architect R. Rijksen. De bouw was in 1904 gereed.

Doordat de pui op de tweede en derde verdieping in het midden terugvalt, ontstaat een soort grote loggia, waarin dan weer een erker uitsteekt. Door de vorm van de gevel was het mogelijk grote glasoppervlakken te creëren zodat het licht dieper de woning kon binnendringen.  

Dat architect Rijksen van torentjes hield, kun je zien aan een pand dat hij ontwierp op de hoek van de Bakkerstraat en de Lange Elisabethstraat.

Eerste Vorige Volgende Laatste | Toon max: 6 12 18 24
Toon locatie op kaart