interessant.in / Utrecht / Geschiedenis

  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
  • Utrecht
Het Hoogt

Het Hoogt

Dit korte - maar vooral oude - straatje vlak achter de Neude is een pareltje in de stad met een aantal rijksmonumenten en natuurlijk het voormalig Filmtheater 't Hoogt.

Het Minrebroederklooster

In de Middeleeuwen was dit straatje de locatie van het Minrebroederklooster (vandaar de gelijknamige straat om de hoek). In de zeventiende eeuw ontstond een nieuwe stratenindeling. De panden aan 't Hoogt stammen uit deze tijd van herindeling. Je vindt hier een aantal Rijksmonumenten, in gebruik door de Universiteit Utrecht, maar ook het voormalig Filmtheater 't Hoogt (ondertussen omgebouwd tot appartementen) en het Kruideniersmuseum (Betje Boerhavemuseum).

Geniet van de rust

Bijzonder: terwijl de terrassen van de Neude volzitten, blijft het in dit straatje stil. Wandel hier eens rond en let op de interessante details in de gevels van deze historische panden!

Het Janskerkhof

Het Janskerkhof

Het Janskerkhof: rondom de Janskerk in de zomer een feest van bruisende terrassen en natuurlijk de thuisbasis van de zaterdagse bloemen- en plantenmarkt.

Het Janskerkhof is een fijn stukje Utrecht met de nodige historische highlights. Zo was dit hele gebied ooit een immuniteit van het Kapittel van Sint Jan, omsloten door een muur, en was de toegang beperkt.

Rond de Janskerk

Wandel eens rond de Janskerk en laat je verrassen door fraaie entrees van gebouwen en door kunstwerken. Zo vind je hier onder meer de beelden van F.C. Donders (de streng kijkende gezeten man aan de overkant van de Janskerk), en het door Pieter d'Hont gemaakte beeld van Anne Frank en Willibrordus. Bij het beeld van Anne Frank worden het hele jaar door regelmatig bloemen neergelegd; tijdens de Dodenherdenking op 4 mei staan Utrechters ook bij dit beeld twee minuten stil.

Willibrord

En wie was Willibrord of Willibrordus ook al weer? Hij was de apostel der Lage Landen, of preciezer: de apostel van de Friezen. Geboren in Engeland in 658, en overleden in 739) werd hij opgeleid tot priester en werd - na eerdere verkenningsreizen naar Friesland - door de Paus bevestigd tot Aartsbisschop van de Friezen (waarbij zijn hoofdzetel Utrecht bleef).  

Bacchus

Ook vind je er een beeld van de jonge Bacchus, toepasselijk te vinden niet ver van de sociëteit van het Utrechtsch Studenten Corps.

Kerkhof

En inderdaad: het Janskerkhof was natuurlijk een kerkhof. Tijdens de aanleg van de busbaan in 2000 kwamen nog vele resten te voorschijn.

Napoleon op de vlucht

Napoleon op de vlucht

In 1813 verliet het Franse leger overhaast de stad Utrecht. Een verborgen plaque op het Ledig Erf herinnert hieraan. Maar hoe zat dat ook al weer?

De veldtochten van de Corsicaan

Aanvankelijk boekte Napopleon (eerst in een lagere rang, daarna als generaal, tenslotte als keizer) vele overwinningen in oorlogen en veldslagen. Maar dat het met het Franse leger van Napoleon niet goed afliep, weten we. De veldtocht van 1812 in Rusland was desastreus, en we kennen ook de slag bij Leipzig in 1813 als een belangrijk keerpunt; hier versloeg de zogenaamde zesde Coalitie (bestaande uit Rusland, Groot-Brittannië, Oostenrijk en Pruisen) de Grande Armèe. Als gevolg hiervan werd Napoleon naar Elba verbannen. Maar hoe zat het eigenlijk met de Fransen in Nederland?

1813

Met de zwakker wordende Franse positie nam de Nederlandse weerstand toe. Er waren optochten, proclamaties in de meeste steden, onder leiding van prominente Hollanders.

Oranje Boven.
Holland is vry.
De Bondgenooten trekken op Utrecht.
De Engelschen worden geroepen.
De Franschen vlugten aan alle kanten.
De zee is open.
De koophandel herleeft.
Alle partyschap heeft opgehouden.
Al het geledene is vergeeten.
En vergeeven.
Alle de aanzienlyken komen in de regeering.
De regeering roept den Prins uit tot Hooge Overheid.
Wy voegen ons by de Bondgenooten en dwingen den vyand tot vrede.
Het volk krygt een vrolijken dag op gemeene kosten, zonder plunde­ring noch mishandeling.
Elk dankt God.
De oude tyden komen weder­om.
Oranje Boven!

Kozakkendag

Aan het einde van de Franse bezetting waren er nog maar enkele steden bezet door de Franse troepen, die onder leiding stonden van Generaal Gabriel-Jean-Joseph Graaf Molitor, een 43-jarige Lotharinger. Troepen uit Amsterdam en Den Haag trokken zich terug op Utrecht. Binnen de singels van Utrecht had zich zodoende een groot leger verzameld, dat uiteindelijk op 28 november 1813 met de staart tussen de benen Utrecht verliet. Diezelfde avond kwam een kleine strijdmacht Kozakken van het Pruisisch-Russische leger Utrecht binnen. Zij worden als bevrijders onthaald. Tot 1913 wordt 28 november, "Kozakkendag", gevierd als bevrijdingsdag.

Ledig Erf

Een beeld en gedenksteen op het Ledig Erf, geplaatst bij de honderste verjaardag van deze gebeurtenis, herinnert aan het overhaaste vertrek van de Fransen.

Het oude stadhuis

Het oude stadhuis

Het Keyserrijck, de Ster, Leeuwensteijn, Nijenborgh en de Gulden Arent: door landje-pik onderdeel geworden van het oude stadhuis.

Hoe het oude stadhuis ontstond

Naast wat we nu meestal als stadhuis betitelen staan een aantal statige gebouwen, die je het best vanaf de Stadhuisbrug kunt bekijken. Of, beter nog: vanuit de tweede verdieping van de tegenover gelegen pand, de voormalige openbare bibliotheek. Via een soort landje-pik werden deze gebouwen een voor een toegevoegd aan het toenmalige stadhuis. 

In de 15e en 16e eeuw

Het gebouw Keyserruck (Keyserrijck) stamt uit ongeveer 1410 en werd gebouwd door Gerrit Keyser. De naam van het gebouw staat hoog op de gevel vermeld in metalen letters. In 1473 kwam het in handen van het stadsbestuur van Utrecht en werden hier de Lakenhal en de Waag gevestigd.

In deze periode viel dit gebied onder het gezag van Karel de Vijfde. Hij gaf persoonlijk opdracht om het stadsbestuur in de naastgelegen panden (Lichtenberg) te vestigen. Er werd daarom een grote verbouwing uitgevoerd in de jaren 1537-1547 om dit pand geschikt te maken voor gebruik door het bestuur. Daarbij was onder meer architect Willem van Noort (inderdaad, de Willem van Noortstraat in Utrecht-Nood is naar hem vernoemd) betrokken, die het ontwerp leverde voor de gevel. 

19e en 20e eeuw

De tussen het hoofdgebouw en Keyserrijck staande gebouwen werden in de 19e en 20e eeuw aangekocht, aangepast of gesloopt en in passende stijl herbouwd. In 1997 kreeg architect Enric Miralles opdracht tot een vergaande renovatie. Die kreeg zijn meest in het oog springende aanpassingen aan de kant van de Minrebroederstraat.

Fort bij Rijnauwen

Fort bij Rijnauwen

Een van de grootste en mooiste forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Volg een rondleiding om dit pareltje te ontdekken.

De Nieuwe Hollandse Waterline is een historische verdedigingslinie uit 1815, die uniek genoemd mag worden. De totale lengte van de Waterlinie bedraagt 85 kilometer. De linie bestaat uit circa vijftig forten en vijf vestingsteden: Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem.

Rond Utrecht vind je een flink aantal forten en verdedigingswerken terug. Het Fort bij Rijnauwen was voor de toenmalige koning Willem I een paradepaardje. De afwerking is dan ook bijzonder verzorgd en gedetailleerd. Omdat het Fort alleen door middel van rondleidingen en evenementen toegankelijk is, heerst hier rust - ook voor de natuur, die zich hier op bijzondere wijze kon ontwikkelen.

 

 

De Boothstraat

De Boothstraat

Zo'n straat waar je bijna nooit komt als je er niet moet zijn: de Boothstraat vertelt nogal wat geschiedenis.

De Boothstraat draagt de naam van Cornelis Booth, burgemeester van Utrecht van 1656 tot 1658. Van zijn hand kwam het idee om Utrecht gezonder te maken door betere ventilatie op stedenbouwkundig niveau: Utrecht moest droger worden en meer doortochten om epidemieën van cholera en andere besmettingsziekten te voorkomen. Om die specifieke reden werd de Boothstraat aangelegd als verbinding tussen de Voorstraat en het Janskerkhof.

Beetshuis

Booth verhuisde naar het pand dat nu Boothstraat 6 is. Interessant is dat toen hij het huis kocht, de entree nog aan de kant van het Janskerkhof lag. Hij liet het pand ingrijpend verbouwen zodat de nieuwe ingang aan de Boothstraat kwam te liggen. De ondertussen wat in de vergetelheid geraakte dichter en predikant Nicolaas Beets woonde ook in dit pand, dat nu dan ook als Beetshuis bekend staat. Dit feit is nog terug te vinden op het protserige ornament op de gevel van het pand.

Dankzij de Reformatie?

Voor de Reformatie was het gebied ten noorden van het Janskerkhof onderdeel van de "Immuniteit van Sint Jan". De Reformatie maakte hier een einde aan en zo kon onder meer deze Boothstraat dus worden aangelegd.

 

 

De stadsmuren

De stadsmuren

Helaas, de stadsmuren zijn grotendeels gesloopt. Maar op meer dan een plaats kun je ze nog deels bewonderen!

Toen Utrecht stadsrechten kreeg (in 1122) begon het stadsbestuur voortvarend met de bouw van een stadsmuur, die indringers buiten zou moeten houden. Deze stadsmuur bevond zich aan de stadszijde van de singels, die rond de toenmalige stad lopen.

Voortdurende ontwikkeling

De stadsmuren bestonden aanvankelijk uit een muur met bogen en daabovenop de zogenaamde weergang, van waar verdedigers de aanvallers in het vizier konden nemen. De uitvinding van het buskruit zorgde ervoor dat de muren in de zestiende eeuw aangepast moesten worden. Door middel van een aarden wal aan de binnenzijde van de muur waren ze nu bestand tegen beschietingen.

Nog weer later werden stenen bastions en grote aarden bolwerken aangelegd.

Het einde van de stadsmuren

De aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (1821 - 1824) maakte de stadsmuren overbodig, waarna de stadsvaders besloten dat het gebied van de muren moest worden omgevormd naar groene zones. Landschapsarchitect Zocher nam deze klus op zich en schroomde daarbij niet om alle overblijfselen van de muren te verwijderen. Maar op enkele plaatsen in Utrecht vind je een restant terug. Het meest zichtbare deel tref je aan net ten zuiden van de Lucasbrug en het Lucasbolwerk.

Het bunkerpad

Het bunkerpad

Je fietst Utrecht uit richting Bunnik en ziet ineens betonnen kolossen in het weiland. Wat doen die bunkers hier?

Wanneer zijn ze gebouwd? En naar welke kant zijn ze nu eigenlijk gericht, ofwel: tegen welke vijand bedoeld?

Eerste Wereldoorlog

De bunkers die je ten oosten van Utrecht aantreft zijn niet, zoals veel mensen denken, een overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog, maar uit de Eerste. Nederland was in die oorlog weliswaar neutraal, maar vanzelfsprekend was het Nederlandse leger wel bezig verdedigingslinies te versterken en verbeteren, in het geval de Duitsers onze neutraliteit zouden schenden.

Loopgraven en bunkers

In eerste instantie werd deze verdedigingslinie, waar nu de bunkers staan, gevormd door loopgraven. Daarvan zijn nu geen sporen meer te vinden. Maar dat is ook niet verbazend in dit laaggelegen gebied rond de Kromme Rijn. Met de toen nieuwe technologie van gewapend beton bouwde men hier nu bunkers - in dit geval van het type 1916-I.

Tweede Wereldoorlog

De bunkers werden in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog opnieuw in gebruik genomen en nog verder verbeterd; voor een deel werden ze omgebouwd tot kazematten (geschutsposities).

Het Bunkerpad

Je vindt het Bunkerpad langs de N411 (de provinciale weg naar Bunnik, daar waar het fietspad van de rechter naar de linker zijde van de weg oversteekt. Dit is ter hoogte van restaurant Vroeg. Het Bunkerpad loopt dwars door een weiland, dus laat je niet verrassen door de koeien en hun vlaaien!

 

Gebruikt

De Vaartsche Rijn

De Vaartsche Rijn

Een wandeltocht langs een historische waterweg: de Vaartsche Rijn moest de Utrechtse handel weer aanjagen.

Ooit stroomde de rivier de Rijn door Utrecht (ongeveer via de huidige Kromme Rijn en Leidse Rijn). Dat was mede reden voor de Romeinen om hier een castellum te bouwen. Toen men in 1122 de Rijn bij Wijk bij Duurstede afdamde en de Rijn zo in zijn huidige rivierbed belandde, had dat nadelige gevolgen voor Utrecht. De handel dreigde op te drogen.

Daarom werd in 1127 een nieuw kanaal gegraven (de Vaartsche Rijn) en begon men met de aanleg van de Oudegracht (die toen natuurlijk nog niet zo heette). De Vaarsche Rijn werd, in tegenstelling tot de Kromme Rijn, ook wel de Rechte Rijn genoemd.De Vaartsche Rijn is een van de oudste kanalen van Nederland.

Het oudste deel van de Vaarsche Rijn loopt van het Ledig Erf tot de Liesbosch, net ten zuiden van de A12. Later werd de Vaartsche Rijn doorgetrokken zodat de aansluiting gemaakt kon worden met de Hollandse IJssel, die op zijn beurt weer een open verbinding had met de Lek.

De industrie van de negentiende en twintigste eeuw van Utrecht vond je vanwege de goede bereikbaarheid terug aan waterwegen, en dus ook aan de oevers van de Vaartsche Rijn, en met name aan de oostkant.

Een wandeling vanaf het Ledig Erf brengt je via Ooster- of Westerkade bij de Jutfaseweg. Wandel verder naar het zuiden en zie de grote diversiteit aan bebouwing aan de overkant. Van nieuwbouw (De Trip starterswoningen) tot watertoren, van industriehal tot bijzondere woonhuizen: je vindt het allemaal. Een flink aantal gebouwen is tot gemeentelijk monument verklaard.

Het gebied waar de Vaartsche Rijn aansluit op het Merwedekanaal, kun je het best van de oostkant bekijken. Steek daarom, bij de Socrateslaan aangekomen, over en volg het Salamanderpad tot aan de Neerlandia, zo'n oude industrie waarvan de voorgevel is behouden. 

 

 

Villa Lievendaal

Villa Lievendaal

Half verborgen op de heuvel bij het Lepelenburg vind je villa Lievendaal, de enige villa binnen de singels.

Het kan zo maar zijn dat je er al -tig keer aan voorbijgefietst bent. En dat je nooit de tijd genomen hebt om uit te zoeken wat de geschiedenis van deze fraaie villa is.

De stadsmuren gesloopt

Dankzij het werk van landschapsarchitect J.D. Zocher jr werden eind negentiende eeuw de Utrechtse stadsmuren en bolwerken gesloopt en werden de parken langs de singels aangelegd. Er zijn nog maar een enkele plaats waar je de stadsmuren kunt bewonderen: een stuk naar het noorden van deze locatie. De heuvel, waarop villa Lievendaal staat, is opgebouwd uit (onder meer) het puin van deze stadsmuren en bolwerken. Zocher zorgde ervoor dat villa en heuvel een geheel met het plantsoen van Lepelenburg vormden.

Huize Lievendaal

In de 18e eeuw stond ongeveer op deze plaats Huize Lievendaal op de stadswal. Na het slopen van de stadsmuren werd de nieuwe villa gebouwd. De opdrachtgever was G. Reede. Of de villa al direct de naam van Lievendaal overnam, vermeldt de geschiedenis niet. Het lemma over villa Lievendaal in Wikipedia suggereert dat de reden van de aanleg van de villa op een heuvel was om de armoede van de nabijgelegen armenhuisjes van de Bruntskameren aan het gezicht te onttrekken.

Koninklijke bewoonster

Tijdens haar studententijd woonde hier Prinses Irene van Oranje. Een passende accomodatie voor een Koninklijke student!

 

 

De witte arend

De witte arend

Dit woonhuis aan de Lichtegaard stamt uit de 17e eeuw en heeft een karakteristieke trapgevel.

Dit fraaie rijksmonument krijgt veel minder aandacht dan het verdient. En dat komt dan door de locatie. Het fraaie zicht op de Oudegracht, de Vismarkt en bovenal de Domtoren zorgt ervoor dat je gemakkelijk aan dit fraaie woonhuis voorbijloopt. Niet doen!

Volgens het fonds Utrechtse geveltekens herinnert de steen met de frontaal geplaatste, naar links kijkende vogel, aan een vroeger hier gevestigde herberg. De Rijksmonumentendienst beschrijft het huis als een pand met trapgevel met natuurstenen blokken in vensterbogen, leeuwenmaskers gerestaureerd. Helaas is er verder niet veel bekend over de historie van dit pand. Desondanks de moeite waard om even bij stil te staan.

Donkere Gaard

Donkere Gaard

Waarom heten ze Donkere en Lichte Gaard, samen nog geen 100 meter lang? De boomgaard van de bisschop gaf ze naam.

De boomgaard

De Donkere en Lichte Gaard liggen op de plaats waar de bisschoppelijke boomgaard zich ooit bevond (naast het bisschoppelijk paleis op de hoek van wat nu Lichte Gaard en Wed is). Daarnaast bevond zich ooit het Castellum. Het Castellum en omringend gebied was in 723 door Karel Martel geschonken aan Willibrord, aartsbisschop van de Friezen. Vanaf de tiende eeuw nam de politieke gewicht van de bisschop (en de omvang van zijn paleis) toe. Tot zover de verklaring van het tweede deel van de straatnaam. Nu naar het eerste deel.

Licht en donker

De aanleg van de Oudegracht leidde tot de bouw van werfkelders. Op een deel daarvan worden, direct aan het water, huizen gebouwd, zodat de straat aldaar aan twee zijden bebouwd was en dus donker in vergelijking tot het andere deel, dat eenzijdig was (en is) bebouwd.

Tegenwoordig is de Donkere Gaard een geweldige plek om vanaf het terras van Orloff voorbijtrekkend Utrecht te observeren.

Eerste Vorige Volgende Laatste | Toon max: 6 12 18 24
Toon locatie op kaart